5.1. De aanwijzingen met het openbaar vervoer

  • IK WACHT OP DE BUS OF DE TRAM ACHTER DE LIJN OP HET PERRON
    Nut: de bus- of trambestuurder niet verrassen en op veilige afstand van de tram blijven. Het doel is onder meer voorkomen dat ze meegesleurd worden door de achteruitkijkspiegels van bussen of trams. De kinderen moeten ook uitkijken dat hun rugzak achter de veiligheidslijn van het perron blijft.
  • IK BLIJF RUSTIG VOOR HET INSTAPPEN
    Nut: Het is belangrijk dat iedereen vlot kan afstappen van tram en bus. Wie rustig blijft en niet onmiddellijk de bus of tram opstormt, laat andere reizigers de tijd om af te stappen.
  • IK WACHT TOT DE BUS OF DE TRAM VERTROKKEN IS OM OVER TE STEKEN.
    Nut: zeer belangrijke aanwijzing in het licht van de verkeersveiligheid. Bussen en trams zijn grote, logge voertuigen zodat het verkeer op de andere rijstrook verborgen blijft. Als je net achter of net vóór de tram of de bus oversteekt, bestaat de kans dat je auto’s of andere voertuigen niet ziet aankomen. En bovendien zien ook de bestuurders je niet staan!
  • VÓÓR IK AFSTAP VAN BUS OF TRAM BLIJF IK RUSTIG EN KIJK IK OF ER GEEN AUTO AANKOMT
    Nut: zeer belangrijke aanwijzing in het licht van de verkeersveiligheid. Bepaalde MIVB-haltes beschikken niet over een perron zodat afstappende reizigers rechtstreeks op straat terechtkomen. Het verkeer mag er niet voorbijsteken, maar sommige bestuurders doen
    het toch. Kinderen moeten leren kijken of de kust vrij is vóór ze afstappen en zich naar het trottoir begeven.

Wist u dit?

Verkeerseducatie is een opvoeding die vraagtekens plaatst bij bescherming die enkel bestaat als iedereen de regels naleeft. Kinderen hebben een natuurlijke tendens om te denken dat ze veilig zijn als zij zelf de regels volgen die hen zijn aangeleerd. Die regels passen ze vaak toe als een soort « magisch » ritueel – bijv. Ik kijk naar links en dan naar rechts, en vervolgens steek ik over en let ik op voor het verkeer dat van de rechterkant komt. Maar de werkelijkheid is anders: er zijn bestuurders die geen rekening houden met een zebrapad, vrijwillig of  onvrijwillig, dat maakt geen verschil (ze hebben het zebrapad of de overstekende voetganger niet gezien).

Daarom moeten de kinderen leren het verkeer in het oog te houden. Bijvoorbeeld: bij het afstappen van een bus of een tram nagaan of er geen auto aankomt.

De bedoeling is dat ze begrijpen dat regels noodzakelijk zijn maar niet volstaan. Je moet ook anticiperen op de reacties van andere weggebruikers.

5.2. Een uitstap met het openbaar vervoer voorbereiden

Zodra u de reisweg met het openbaar vervoer hebt uitgestippeld, bijvoorbeeld op de website van de MIVB, laat u de kinderen nadenken over de verschillende punten waaraan
zij aandacht moeten besteden.