Kinderen van jonger dan 8 jaar hebben het doorgaans moeilijk om zich te verplaatsen in werkelijkheid van anderen. Wanneer ze een auto zien aankomen, denken ze al gauw dat de bestuurder hen gezien heeft. Toch is dat onmogelijk omdat kinderen niet boven de geparkeerde auto’s uitkomen. Daarom is het essentieel dat kinderen oefenen om plaatsen te kiezen waar ze zichtbaar zijn om over te steken en dat ze leren te wachten tot de bestuurder gestopt is vóór ze de straat oversteken.

1.1. Klasbespreking: wat is een “goede plaats” om over te steken?

Het is belangrijk om meningen en vooroordelen te verzamelen bij de kinderen.

Juist antwoord: een plaats vanwaar ik de auto’s goed zie aankomen en waar de bestuurders mij ook goed zien staan.
De ideale plek = het zebrapad omdat bestuurders weten dat op die plaats kinderen en volwassenen kunnen oversteken.

1.2. Oefenen in de turnzaal of op de speelplaats

Vóór u in groep op uitstap gaat, is het een goed idee om met uw leerlingen te oefenen op de speelplaats of in de turnzaal.

Speel bijvoorbeeld verstoppertje in een decor van plinten en vuilnisbakken.

De kinderen doen zelf de vaststelling: wanneer zij verstopt zitten achter een plint of vuilnisbak zien zij de zoeker meestal wel, maar voor de zoeker zijn zij niet zichtbaar. Op straat kan een kind ook verstopt zijn achter een geparkeerde auto. En dan zien rijdende bestuurders ze natuurlijk niet, zoals wanneer het kind verstopt zit achter een plint of een vuilnisbak.

Zien is niet hetzelfde als gezien worden!

1.3. Oefenen op straat

Als u op straat bent met de klas, neem dan de tijd om op zijn minst één keer samen met de kinderen de situatie onder ogen te nemen.

  1. Vraag hen of de plaats goed is gekozen om over te steken: zien zij de auto’s? Zien de bestuurders hen? Stoppen de bestuurders om hen te laten oversteken?
  2. Kijk samen met hen hoe sommige bestuurders niet stoppen. Ook niet bij een zebrapad. Dat is nochtans verplicht, maar sommige volwassenen houden zich niet (altijd) aan de regels: ze hebben de kinderen niet gezien of ze kennen de regel niet.

Het is bijzonder belangrijk dat veiligheid door naleving van de regels gerelativeerd wordt (bijvoorbeeld: ik steek over op het zebrapad = ik ben veilig), omdat dit niet noodzakelijk het geval is. Het gevaar is dat de kinderen, en dan vooral de jongsten onder hen, de regels toepassen als een “magisch” ritueel (ik volg de regels = ik ben beschermd).

Wist u dit?

Brussel Mobiliteit steunt al vijf jaar het project « Voetgangersbrevet » voor eerstejaarsklassen van het lager onderwijs. De kinderen leren zich te verplaatsen op de stoep en een geschikte
plaats te kiezen om over te steken.

Ieder jaar nemen 40 klassen deel aan het project. Geïnteresseerd?

Ga gerust eens kijken op de website van GoodPlanet Belgium!