
De verkeersborden
op weg naar school
- Onthaal
- Ik ben een leerkracht
- De verkeersborden
op weg naar school
Er zijn veel verschillende verkeersborden. Ze betreffen echter niet allemaal verplaatsingen van kinderen maar kunnen wel in heel wat lessen aan bod komen: het aantal borden tellen, de vorm herkennen (rond, vierkant, driehoekig, rechthoekig…), de verschillende verplaatsingswijzen herkennen, de voor- en nadelen hiervan vergelijken, de grafische aspecten bespreken. Of speel met de hele klas ons interactief spelletje of vraag de leerlingen dit individueel te doen.
Download de verkeersborden in JPG en de poster voor uw klas.
Wil je nagaan waarvoor elk verkeersbord dient? Hier is een kort overzicht voor je leerlingen.

Oversteekplaats voor voetgangers (A21)

Kruising van een openbare weg door een of meer in de rijbaan aangelegde sporen (A49)

Gevaar dat niet door een speciaal symbool wordt bepaald (A51)

Voorrang verlenen (B1)

Stoppen en voorrang verlenen (B5)

Voorrang (B15)

Kruispunt waar de voorrang van rechts geldt (B17)

Toestemming voor de fietser om door het rode licht te rijden (B22-B23)

Verboden richting voor iedere bestuurder (C1)

Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder (C3)

Schoolstraat (C3 + onderbord)

Verplicht rondgaand verkeer (D5)

Verplicht fietspad (D7)

Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, van fietsen en van tweewielige bromfietsen klasse A (D9)

Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers (D10)

Woonerf (F12)

Opstelvak voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen (F14)

Weg of deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers (F99)

Fietstraat (F111)
Ideeën voor activiteiten van Roxy en Roxanne
1. Stel een uitstap met de klas voor. Wandel door de buurt en maak een lijstje van alle elementen die verband houden met verkeersveiligheid: verkeersborden, fietsvoorzieningen, hoe je oversteekt op het zebrapad, moeilijke kruispunten…
Vraag nadien aan de kinderen te tekenen of neer te schrijven wat ze hebben onthouden van de uitstap. Laat ze vervolgens nadenken over welke houding ze het best aannemen op de meest kritieke en drukke plaatsen van het traject.
Voorbeelden:
- Een hindernis ontwijken op de stoep (kind van 6-8 jaar)
- Aan de stoeprand blijven staan vóór het oversteken (kind van 6-8 jaar)
- Oversteken op het zebrapad (kind van 8-10 jaar)
- Oversteken tussen twee geparkeerde auto’s (als op minder dan 20 meter afstand geen zebrapad is en het niet anders kan. Dit maneuver zoveel mogelijk vermijden en eerst oefenen met een volwassene vóór je het op straat doet) (kind van 10-12 jaar)
- Als er geen stoep is: op het fietspad stappen en voorrang verlenen aan fietsers, steps en bromfietsen. Is er helemaal niets, dan loop je links van de weg op de berm (6-12 jaar)
- De ingang van een garage: goed kijken of er geen voertuig de garage in- of uitrijdt (6-12 jaar)
- Rechtsomkeer maken of van richting veranderen met een volwassene op de stoep (het kind moet opnieuw aan de kant van de huizen gaan lopen) (6-8 jaar)
- De tramsporen oversteken: opgelet, de tram heeft altijd voorrang! (9-12 jaar)
- Oversteken in de buurt van een bus of wanneer er grote voertuigen kortbij het zebrapad staan: deze verhinderen dat het kind het verkeer ziet en omgekeerd (9-12 jaar)
- Oversteken waar het zebrapad over een fietspad loopt (9-12 jaar)
- Verkeersvrije straat/ zone: geen onderscheid tussen de stoep en de straat, maar deze is niet enkel voorbehouden aan voetgangers (9-12 jaar)
2. Maak met uw klas (of met heel de school) een affiche om verkeersborden te illustreren en aan te geven op wie deze betrekking hebben en vraag vervolgens de ouders om deze na te leven. Hoe deze boodschap overbrengen (tekening, slogan…) ?